In de fiscale praktijk woedt al geruime tijd de discussie of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) discriminerend is. De BOF leidt ertoe dat over de schenking of vererving van ondernemingsvermogen aanmerkelijk minder schenk~ of erfbelasting hoeft te worden betaald dan wanneer sprake is van de overdracht van privévermogen. Verschillende rechters oordeelden verschillend. Het finale oordeel was aan de Hoge Raad der Nederlanden. Deze zou op 7 april 2014 arrest wijzen. Toen ging de datum van 6 december 2013 rond, en gisteren tenslotte werd in de wandelgangen gefluisterd dat er vandaag, 22 november 2013, wel eens duidelijkheid kon komen.
Dat laatste blijkt het geval. Vanochtend heeft de Hoge Raad arrest gewezen. De Hoge Raad bepaalde dat de BOF géén ongerechtvaardigde discriminatie van particulier vermogen ten opzichte van ondernemingsvermogen inhoudt. Ondernemingsvermogen en privévermogen verschillen van elkaar en mogen daarom verschillend worden behandeld. De Hoge Raad verwijst naar Europese jurisprudentie en literatuur voor de onderbouwing van zijn oordeel.
Fiscaal Nederland en ondernemend Nederland kunnen opgelucht ademhalen, zo lijkt het. Een andersluidend oordeel had namelijk zeer waarschijnlijk tot aanpassing van wetgeving geleid. Wat dat betreft verdient niet alleen de inhoud van het arrest, maar zeer zeker ook de snelheid van handelen van de Hoge Raad een groot compliment. Bij duidelijkheid is iedereen gebaat.
Met fiscale groet,
Willem Faassen